Over het bepalen van de vorm van de aarde met behulp van slingers
Synopsis
De dissertatie van Petrus van Galen van zijn promotieonderzoek aan de Universiteit Utrecht uit 1830 is een vergeten vondst in de geschiedenis van het zwaartekracht onderzoek naar de aarde. In de vertaling van het Latijn naar het Nederlands geeft deze dissertatie ons een inzicht in de wetenschappelijke ontdekkingen rond de tijd van zijn publicatie. Petrus van Galen geeft in zijn dissertatie een volledig beeld van alle slingermetingen die gedaan waren met betrekking tot het bepalen van de vorm van de aarde. Deze unieke metingen werden gedaan door verschillende ontdekkingsreizigers en wetenschappers, van Noord-Rusland tot in de Vuurland-archipel in het verre zuiden van Zuid-Amerika, allemaal om zo een beter beeld te krijgen van de afplatting van onze planeet. In zijn tweede hoofdstuk presenteert Van Galen in een wiskundige uiteenzetting hoe een slingermeting gecorrigeerd moet worden om zo nauwkeurig mogelijk de zwaartekracht te kunnen bepalen, hierbij verder bouwend aan de theorie van Christiaan Huygens. Hierbij selecteert hij ook de apparatuur en experimenten die precies genoeg zijn voor de bepaling van de vorm. In zijn laatste hoofdstuk werkt hij de wiskundige theorie uit hoe de vorm van de aarde bepaald kan worden door de verschillende zwaartekrachtmetingen. Hij gebruikt daarbij de net bedachte kleinste kwadratenmethode, om zo tot een waarde voor de afplatting te komen van 1/286.23. Deze waarde ligt dicht bij de huidige berekende waarde, een bijzondere prestatie zo'n tweehonderd jaar geleden. Dit boek presenteert zo een nieuw puzzelstukje in de fascinerende geschiedenis van de Nederlandse wetenschap.
English summary
Petrus van Galen's 1830 dissertation from his doctoral research at Utrecht University is a forgotten chapter in the history of earth gravity research. Translated from Latin into Dutch, this dissertation gives us an insight into the scientific discoveries around the time of his publication. In his dissertation, Petrus van Galen gives a complete picture of all the pendulum measurements that had been made with regard to determining the shape of the earth. These unique measurements were made by various explorers and scientists, from northern Russia to the Tierra del Fuego archipelago in the far south of South America, all to get a better picture of the flattening of our planet. In his second chapter, Van Galen presents in a mathematical account how a pendulum measurement should be corrected to determine gravity as accurately as possible, building further on Christiaan Huygens' theory. In doing so, he also selects the equipment and experiments that are precise enough to determine the shape. In his final chapter, he elaborates the mathematical theory of how the shape of the earth can be determined by the various gravity measurements. He uses the just-conceived least squares method to arrive at a value for the oblateness of 1/286.23. This value is close to the current calculated value, an extraordinary achievement some two hundred years ago. This book thus presents a new piece of the puzzle in the fascinating history of Dutch science.